van het schone Singapore naar het warme Maleisië

8 juni 2016 - Kuala Lumpur, Maleisië

Het is donker en al laat als we aankomen in de stadstaat Singapore, het kleinste land van Zuid-oost Azië. Bij aankomst op het vliegveld, lopen we naar de trams die gelukkig nog rijden en komen op een keurig station, met lijnen op de grond waar je in de rij moet staan om te wachten op de tram. Mensen sluiten achteraan aan en wachten keurig op elkaar. Heel wat anders dan Indonesië… Ook de tram is erg netjes en schoon. Het is hier in Singapore dan ook ten strengste verboden om troep op straat te gooien, te eten of drinken in de tram of kauwgom te eten, want daar krijg je een fikse boete voor. Dit resulteert dan dus wel in een superschone stad!

Na een klein stukje lopen, komen we aan in ons hostel, waar onze boeking niet bekend is, maar we gelukkig wel een bed krijgen. Dit keer geen eigen kamer, maar wel een tweepersoonsbed. We slapen in een Podhostel. Dit hostel heeft kamers met een soort capsules erin van 2x2x1m voor 2 personen, of 2x1x1m voor 1 persoon boven elkaar, met gordijntjes voor nog een beetje privacy. Op deze manier passen er in één kamer dus 10 tweepersoonsbedden en 8 eenpersoonsbedden, dat is 28 personen en dat is best wel veeeuuul! Gelukkig is het rustig als we aankomen en zijn er maar 2 andere bedden bezet. We moeten nog eten en komen aan de andere kant van de straat uit bij een foodcourt, waar we kunnen kiezen uit allerlei soorten voedsel uit verschillende landen. Er hangen in de kleine tentjes zelfs letters om de hygiëne aan te geven en dus weten we bijna zeker dat het hier wel goed moet zijn. We eten heerlijk Indiaas, bij een tentje met de letter A en zoeken daarna ons bed op.

We verblijven 3 dagen in Singapore, wat volgens de meeste mensen ook wel genoeg is. We halen een tramkaart voor 2 dagen, zodat we 2 dagen lang van al het openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Op dag 1 gaan we de mega stad in en bezoeken we een aantal winkelcentra, waar Singapore om bekend staat. De winkels verkopen vooral veel dure en luxe spullen en dus zijn we vrij snel uitgekeken. Op naar Gardens of the Bay, een futuristisch bos met enorme bomen, die een natuurlijke uitstraling moeten geven in het stadsleven. De metalen ‘supertrees’ zijn tussen de 25 en 50 meter hoog en zijn uitgerust met milieuvriendelijke technologieën die de ecologische functie van de bomen nabootsen. We lopen via de trappen naar deze bomen, die inderdaad echt enorm zijn en prachtig zijn gemaakt. Ze zijn dan wel niet natuurlijk, maar ze staan erg mooi tussen de enorme gebouwen en hebben dus ook nog eens een milieuvriendelijke werking. Dat zouden ze in elke stad moeten doen. Tussen de hoge bomen en toeristen door, lopen we via het park naar de andere kant en komen we uit bij 2 grote glazen koepels. In deze koepels zijn tuinen gemaakt, 1 met vlinders en 1 met een soort regenwoud. We kopen een kaartje voor the Cloud Forest en komen binnen in een kas met een enorme waterval bij de ingang. Het is prachtig gemaakt en via een lift komen we uit bij de 7e verdieping, waar een mooie Japanse tuin op de top van de berg zit met een vijver en bootjes. Via de roltrappen lopen we bij elke verdieping een klein rondje en bekijken we de mooie planten, bloemen en houtsnijwerken. Het is mooi, maar het was nog mooier geweest als het ook allemaal natuurlijk hier zou zijn ontstaan. Nu we de tuinen wel een beetje hebben gezien, gaan we Singapore verder ontdekken, drinken we een Sling (speciale cocktail) en eten we in China town, waar we heerlijke bapao’s en dumplings met stokjes krijgen. Door de drukte heen, nemen we de metro weer terug naar Gardens of the Bay om daar de Cloud Forest en de supertrees met verlichting bekijken. Er wordt zelfs een hele lichtshow gegeven. Even voelt het net of we in Disneyland zijn, erg leuk zo’n lichtjesparade. Tijdens de 2e nacht is het heel wat drukker in onze kamer en krijgen we ’s nachts te maken met hele Chinese families die het niet erg nodig vinden om stil te zijn midden in de nacht en ook het licht in de kamer gewoon aan doen. Erg lekker slapen we dus niet. ’s Morgens maken we gebruik van een heerlijk gratis ontbijt, dat bestaat uit koffie met veel suiker en melk en toast met pindakaas. Mm ;) Vandaag bezoeken we een ander gebied in Singapore, Sentosa, een enorm eiland met een groot pretpark, waar het vooral erg druk is met toeristen. Langs het water lopen we over een brug naar het eiland, waar we de gratis bus nemen en op het strand even afkoelen met een drankje. Singapore is vrij duur en ook het pretpark is eigenlijk niet te betalen, dus bekijken we alles een beetje aan de buitenkant en nemen we de gratis metro weer terug naar de stad. Zijn we er toch even uit geweest in de hitte. Singapore is een mooie welvarende stad / land, waar de mensen heel gedisciplineerd zijn en welgemanierd, maar daardoor is het er ook redelijk duur en dus waren 3 dagen inderdaad genoeg. Morgen nemen we de bus naar Maleisië.

Na 7 uur in een veel te koude bus, waarbij de condens aan de buitenkant van de bus staat, we 2 uur hebben moeten wachten bij de douane voor een stempel en de grens voor de tassencontrole, lopen we met onze tassen naar ons guesthouse in Kuala Lumpur. Het is heet, nog warmer dan Singapore en na 15 minuten lopen zijn we wel toe aan een koude douche. In Kuala Lumpur besteden we verschillende dagen aan winkelen, waarbij we vooral heel veel neppe merkkleding en goedkope troep tegenkomen. Bij elke winkel word je bijna naar binnen gesleurd om de producten te komen bekijken en na veel verdiepingen met veeeel winkels hebben we al wel gezien dat er hier niet erg veel variatie is in producten. Overal verkopen ze hetzelfde. Kuala Lumpur kent ook veel restaurantstraten, waarbij de mensen op straat je bij elk restaurant naar binnen proberen te krijgen. Te lang op een bord kijken betekent eigenlijk al dat je geïnteresseerd bent en dan heb je meteen 5 mensen om je heen staan. En naast deze mensen staat er op elke hoek van de straat iemand die je een massage of een taxi aanbiedt. Het lijkt dus best in dat opzicht een beetje op Indonesië. We zitten 3 dagen in het drukke uitgaansgebied en komen vooral bij veel leuke tentjes met leuke Happy Hour aanbiedingen, waar je in Kuala Lumpur goed op moet letten. Vervolgens vertrekken we naar het gebied naast de Central Market. Hier hebben we een iets mooier hotel op een betere locatie. Ons hotel heeft een mooi dakterras met zwembad, die uitkijkt op de Petronas tower, waar we natuurlijk ook nog een dagje naartoe gaan. Zodra het buiten donker is, is de temperatuur erg aangenaam en maken we heerlijk gebruik van het zwembad, waarbij we uitkijken op een prachtig verlichte stad. Na een week in de grote stad, waar we nog een Escape Room doen en een 3D simulator die beide niet op kwaliteit moeten worden beoordeeld ;) waar we veel winkels hebben gezien, marktkraampjes en foodcourts, vertrekken we op vrijdag 27 mei met de bus naar Penang, een eiland aan de westkant van Maleisië. We zitten zo’n 4 uur in de bus en komen rond 2 uur aan bij een leuk hotel in Georgetown.

Penang heeft een aantal leuke toeristische trekpleisters. Zo staat het er echt bekend om het lekkere eten en proberen we dit uit in de enorme foodcourts die hier ’s avonds open gaan. Ook bezoeken we de 360' skybar, waar we een drankje drinken met prachtig uitzicht over het eiland. En je hebt hier de mooie Penang Hill, die door veel toeristen wordt bezocht. ’s Morgens vraag ik nog even bij de receptie welke bus we nu het beste kunnen nemen naar de Hill, waarna de vrouw ons vertelt dat we bus 204 moeten nemen bij het busstation. In de drukkende hitte lopen we naar het busstation waar we vervolgens goed bezweet aankomen en wachten we een paar minuten op de bus. We weten niet precies welke bus er nou zo gaat rijden, maar uiteindelijk worden we door verschillende mensen in de juiste bus gezet die niet veel later wegrijdt en vervolgens bij elke halte in het dorp stopt, zo ook bij de halte naast ons hotel… Waar we een uur geleden vandaan zijn vertrokken… Maar goed… wat tijd verspilt, maar we zitten in de juiste bus, denken we, naar Penang Hill. De bus heeft niet de kortste route, maar na bijna 2 uur komen we gelukkig uit bij Penang Hill. We lopen de drukte in om nog even wat water te halen en lopen dan richting de plek waar we de steile trein naar boven moeten nemen. Het is er druk, eigenlijk ziet het gewoon zwart van de mensen, die allemaal in een lange rij staan. De rij is zo lang, dat hij zelfs buiten de poortjes komt en wij sluiten dus ook maar achteraan aan. De rij gaat langzaam vooruit en we zijn blij als we na een half uur naast de waaier terecht komen, want koeler is het er ook niet op geworden tussen al die mensen. Na een uur staan we vooraan, kopen we een kaartje en mogen we door de poortjes om daar weer in de rij te gaan wachten voor de trein… We zijn er nu bijna. De rij loopt door en jahoor… bij de 2e trein kunnen we eindelijk naar boven. Opgepropt in een cabine klimmen we met de trein bijna 700 meter omhoog op 2 km afstand met een snelheid van 36 km/u. Leuk hoor! Eenmaal boven, eten we wat in de foodcourt en volgen we de menigte naar een groot plein bovenop de berg. Het is er druk en iedereen maakt foto’s van de grappige dingen die hier staan, zoals een monkey cup en een oude treinwagon en wij, zo origineel als we zijn, dus ook. :P In Maleisië zijn de mensen liever lui dan moe en dus zijn er om aan de andere kant van de hill te komen buggy’s te huur. Van die leuke golfkarretjes rijden over de weg naar een koffieplantage en weer terug. Echt heel ontzettend leuk als je bijna niks wilt zien van de omgeving en niet wilt zweten… maar nee… we doen het niet. Wij lopen een mooi bospad naar beneden, zien prachtige vlinders en groen en zien geen andere mensen op het pad. Wel worden we lek gestoken door de muggen, maar daar hebben we gelukkig spul voor meegenomen. Een mooie wandeling door de natuur, die ons brengt naar de andere kant van de heuvel, waar we nog één andere blanke toerist tegemoet komen, die roept: ‘ah, nog meer mensen met benen…’ want inderdaad, alle andere toeristen namen de buggy’s. We lopen een rondje en komen na zo’n 2 uur wandelen weer uit bij het begin, waar we weer in de rij gaan staan voor de trein terug. Dit keer duurt het gelukkig niet al te lang en eenmaal beneden zien we onze bus al klaar staan, die vervolgens bijna wegrijdt, maar nog even voor ons stopt, om ons erin te laten. Goeie timing! Nu weten we dat de bus ook vlakbij het hotel stapt en dat is maar goed ook, want het regent pijpenstelen.

Na 4 dagen Penang, waar we veel lekkers hebben gegeten, opgelicht zijn door een westerse vrouw (die met een kind op straat naar ons toeliep en om geld vroeg, omdat haar pinpas was ingeslikt… tsja wat zou jij doen… ) en onze verdere reis een beetje hebben gepland (hotels, vluchten en landen) lopen we op dinsdag 31 mei met onze backpacks op de rug 20 minuten naar de bushalte, waar we de bus naar Cameron Highlands nemen. We stappen de nog donkere bus in, waar we een Nederlandse jongen met z’n Canadese vriendin ontmoeten en rijden in zo’n 4 uur door de bergen naar Tana Rata. Ik stap de bus uit en voel direct een lekker koel briesje, heerlijk! Cameron Highlands heeft door z’n ligging een veel koeler klimaat en dat is best heel erg aangenaam. Het is nu in plaats van 30 graden met zon, 20 graden met nog steeds een heerlijke zon, wat echt perfect is. Het is niet ver naar ons hostel en dus doen we de backpacks weer om en lopen we de weg langs de winkels omhoog. Onderweg krijgen we zelfs nog een lift van een Maleisische man, die ons met de zware rugzakken naar boven zag lopen en toch die kant op moest. Top! En dan worden we afgezet bij Gerards guesthouse. Een huiselijk hostel met een leuke keuken en gezamenlijke woonkamer. We worden ontvangen door een aardige vrouw, met een zware stem, die ons het hele hostel even laat zien. Na al dat zweten van vanmorgen is een douche geen overbodige luxe, maar het enige nadeel aan het hostel is dat het aan het eind van de wijk zit, het op dit moment vakantie is en door de drukte in het dorp, is er geen water… Naja, gelukkig is het er dan niet al te heet. Dan gaan we wel lekker op zoek naar een leuk restaurantje om te lunchen en vinden een simpel café met heerlijke scones en omeletten, oja en lekkere thee, want daar staat het gebied hier echt om bekend. De volgende dag staan we vroeg op, nemen we geen douche.., maar wel een ontbijtje en staan we om 8.45 u boven aan de weg bij ons guesthouse te wachten om opgehaald te worden. Het weer ziet er goed uit en de temperatuur is erg aangenaam. Nog geen minuut later komt een 4WD busje ons ophalen en doen we de tour met nog 2 Duitse backpackers. We rijden via de bergen omhoog en rijden langs lelijke zelfgemaakte kassen, waar ze hier erg goed in zijn, door naar enorme theeplantages. Links en rechts naast ons, liggen de enorme velden met groene theeplanten in keurige rijtjes geplant. Een prachtig gezicht van bovenaf en hoe hoger we komen, hoe mooier het wordt. We stoppen bovenop de berg, waar we tussen de planten door mogen lopen en wat uitleg krijgen over de thee. Groene thee, zwarte thee en witte thee worden allemaal gemaakt van dezelfde plant, het enige verschil is de lengte van het  drogen. Eigenlijk klinkt het allemaal heel simpel en dat is het ook en de Schot die al dit land beheert, is op een hele slimme manier miljonair geworden. We volgen de weg nog iets verder omhoog en komen dan uit op de top van Mount Brinchang. De hoogste berg hier in de buurt, die 6666 ft hoog is, wat natuurlijk best grappig is. We klimmen de uitkijktoren in, waar veel te veel mensen op staan… maar waar we wel een prachtig uitzicht hebben en wachten tot iedereen boven is, om weer naar beneden te klimmen. :) Terwijl we bij de auto wachten op de rest komen we ook Fedde, de NL’se jongen uit de bus weer tegen… haha… wat is de wereld toch klein, die bovenop de 4WD zit, ook leuk. Via een mooie wandeling tussen de bomen door lopen we naar de ingang van het Mossy Forest. Dit bos zit niet vol met muggen, maar heet zo vanwege al het mos wat hier simpelweg op de bomen en de grond groeit. We lopen over de mossige grond en het voelt net of we op een trampoline lopen. De grond veert op en neer op de plekken waar geen wortels zitten. Nu maar hopen dat we met ons gespring niet zometeen ergens de grond in zakken… Tenzij we natuurlijk op die manier in een soort Alice in Wonderland terecht komen.. je weet het maar nooit. Via het modderige, overgroeide pad lopen we het sprookjesachtige bos door en vind ik ook nog een monkey cup. Zo’n leuk bloemetje in de vorm van een kelk met een hangend dekseltje. Deze monkey cups heten zo, omdat de apen deze bloemen gebruiken als een drinkbekertje. Ze plukken de bloemen en drinken het water wat hierin is opgevangen eruit. Er zijn er helaas maar weinig van te vinden, doordat de Maleisische toeristen het erg leuk vinden om deze apen na te doen, na-apen noemen ze dit ook wel… en plukken deze bloemen dus ook. Dit is overigens niet het enige wat door de lokale toeristen is vernield, ook trekken ze alles van de bomen, gooien ze afval in het bos, klimmen ze in de bomen en breken ze een hoop af. Tijdens dat onze gids vertelt dat om deze reden het bos zelfs een paar jaar dicht is geweest, loopt er een Maleisiër langs met een kroon van varens op z’n hoofd en nog een aantal varens in z’n hand… Echt onvoorstelbaar… Maar gelukkig wordt het nu iets beter in stand gehouden.

Met de 4WD rijden we verder naar een theehuis, waar BOH’s thee wordt gemaakt en waar we dit samen met Victor en Stephen natuurlijk ook even moeten uitproberen. De thee is op en de tour is alweer voorbij. We worden afgezet bij Brinchang en lopen vanuit dit plaatsje een mooie wandeling van zo’n 5 km terug naar Tana Rata. Gelukkig is de wandeling mooi, want de waterval waar de wandeling ons naartoe leidt is bijna onvindbaar tussen alle troep die in het water ligt. Een foto is zelfs niet de moeite waard. Aan het eind van de wandeling zijn we wel toe aan wat eten en drinken. Danny bestelt een heerlijke ijskoffie, maar krijgt gewoon warme koffie. ‘Sorry ik had een ijskoffie bestelt’. De man neemt de koffie mee terug naar de keuken en komt vervolgens terug met dezelfde warme koffie en een glas met ijsklontjes… J Terug in ons guesthouse, hadden we er eigenlijk niet eens echt op gerekend, maar hebben we gelukkig weer water en dus kunnen we na een heerlijke douche nu echt zeggen dat we weer schoon zijn. ;)

In de 2 opeenvolgende dagen doen we nog meer prachtige wandelingen. Er zijn er hier zoveel te doen. We lopen een geweldige wandeling naar de top van de berg samen met Stephen, die we tijdens de tour hebben ontmoet. De wandeling gaat goed omhoog en af en toe stoppen we even om uit te rusten. We moeten het pad volgen door en om 1 van de elektriciteitsmasten. Best apart, maar bovenop hebben we aan 1 kant een prachtig uitzicht en zitten we aan de andere kant midden in de wolken, wat ook wel weer wat heeft. De wandeling gaat net iets anders dan we hadden gedacht en we komen aan de andere kant van de berg uit bij een elektriciteitscentrale. Via een smal pad, langs een hek met prikkeldraad op de bovenkant, stappend over enorme gaten voor de afwatering, lopen we naar de weg. Een grote kabel hangt op de weg en is stuk, dit zou je in Nederland echt nooit tegenkomen… We lopen er voorzichtig omheen en dan moet ik van Danny aan de binnenkant gaan lopen over het gras. ‘Lin!’ roept Danny, maar een heel klein beetje hysterisch… Ik stop met lopen en zeg een beetje vragend: ‘ja’. ‘Niet stilstaan’ roept Danny weer, wijzend naar de grond. Ik loop, me nog steeds afvragend wat hier gebeurd, door en kijk dan naar de plek waar Danny’s hand heen wijst. ‘Hey… een slang’. ‘Ja en daar stond jij op’ zegt Danny… O… ik had echt geeeeeen idee. Maargoed, niks gebeurd en het is maar een klein slangetje hoor, misschien een meter lang en zo dik als een tuinslang. Niks aan de hand dus gelukkig. Al schijnen kleine/jonge slangen gevaarlijker te zijn dan die enorme grote, want die kunnen hun gif nog niet goed controleren. Maar in dit geval, was er helemaal niks aan de hand. Ik heb niet gemerkt dat ik erop stond en blijkbaar de slang ook niet. Cool, we hebben een slang gezien, toch nog een beetje wildlife hier in Maleisië en een beetje actie. J haha. Met Stephen hebben we zo’n 4 uur gelopen en komen we gelukkig net op tijd aan in Tana Rata, want het lijkt wel of er een sluis is geopend in het dorp. De straten staan blank en wij zitten gelukkig droog in een leuk theehuis, waar we omeletten en scones eten met een bakkie thee. Pas na zo’n 2 uur wordt het weer droog en zoeken we na een mooie dag weer ons guesthouse op en zeggen we Stephen weer gedag.

Tijdens een andere wandeling een dag later horen we wel hele harde geluiden in de bomen om ons heen. Dat kan niet van de wind zijn of van vruchten die uit de bomen vallen en bij het zien van de takken, die af en toe wel heel hard bewegen, staan we even stil en zien we een groep prachtige apen. Niet van die kleine makaken, maar echte wilde Dusky Leaf Monkeys, mooie donkergekleurde apen met witte kringen rond de ogen. Geweldig. We blijven even kijken naar de wilde dieren, die ons op een gegeven moment toch doorkrijgen. Aangezien het wilde apen blijven en ze met een grote groep zijn, gaan we er toch maar snel vandoor. Via prachtige paden en nog meer mossy forest lopen we lange routes waarbij we haast niemand tegen komen en klimmen we bij 1 van de wandelingen zelfs nog via een touw naar beneden. Cameron Highlands is echt een prachtig gebied als je van wandelen houdt en heeft een prettige temperatuur.

Na 4 dagen in Gerards, worden we bij ons guesthouse opgehaald met een bus vol gezellige Fransen en rijden we door naar Jerantut in midden Maleisië. Bij een overstapplaats, waar de meeste mensen de boot naar Taman Negara nemen, moeten we nog even een uurtje wachten, maar komen we Fedde weer tegen, die net uit de jungle vandaan komt. We hebben dus even wat te bespreken, gezellig! Met de bus worden we voor het Wau hotel in Jerantut afgezet, waar we een mooie kamer krijgen en een gezellig gesprek hebben met Mister Marian. Hij boekt onze bus naar Kuala Lumpur, helpt ons met het boeken van een trip naar Taman Negara, waar we morgen heen willen, geeft ons tips voor restaurantjes en doet dit allemaal voor een leuk prijsje. Op aanraden van Mr. Marian gaan we na een bezoekje aan de nightmarket naar de Indiër om de hoek. We staan wat te kijken naar de heerlijke gerechten, maar snappen er maar weinig van. De vrouw achter het kraampje komt ons direct helpen en legt alles in het Engels aan ons uit en maakt vervolgens een beetje een combinatie van alle gerechtjes die we hebben aangewezen. Inderdaad een heerlijke maaltijd!

’s Morgens 5 juni staat de wekker al om 7 uur… Leuk hoor, zo vroeg wakker worden op je verjaardag, maar we hebben gelukkig een leuke dag voor de boeg. Beneden krijgen we een ontbijtje, wat bestaat uit koffie en toast met jam. Ik heb m’n koffie half op en heb 1 broodje op, als de taxi al voor de deur staat. Hij is veel te vroeg en dus spurt ik naar de kamer om m’n tas te halen en moet het ontbijt laten voor wat het is. Ook Danny, die nog snel een broodje naar binnen werkt, pakt z’n spullen en we kunnen gaan. De taxichauffeur rijdt vervolgens naar een reisbureau waar hij nog even 15 minuten pauze houdt.. al hadden we dat geweten. Rond half 10 komen we aan in Taman Negara, de grootste jungle van Maleisië en het oudste regenwoud ter wereld… Daar moet je gewoon geweest zijn. We lopen naar de rivier, die we over moeten steken om in het park te komen en stappen via de steiger in 1 van de bootjes. We betalen 2 dollar pp in een glazen pot en binnen een minuut staan we al aan de overkant. Via een trap lopen we het park in, waar grote hutjes staan van de hotels die hier in het park zitten. Ok, eerst aanmelden en betalen. Bij een counter willen we betalen, maar we moeten de formulieren eerst helemaal invullen. Volgens mij ben ik nog nooit zo snel op de feiten gedrukt. ‘Name’ staat er op de bovenste regel en ‘Age’ op de volgende… 31.. Jaja, nu is het echt hoor, ik ben 31. Poe hee wat oud… J We betalen entreegeld en betalen om gebruik te maken van onze camera’s. Jaa, daar zijn ze hier ook heel goed in, per camera betaal je, maar je kunt het maar beter doen, want als je geen licentie hebt en je gebruikt je camera, dan kan je zo 2 jaar de bak in. Zo, nu kunnen we de jungle in. We lopen over de boardwalk, wat ik niet helemaal had verwacht hier, langs prachtige bomen en natuur en willen nog wel een stukje naar de top van de berg. Het pad is een trappenpad met af en toe een boom op het pad. Ook moeten we af en toe uitkijken dat we niet door de trap heen zakken, want hij is hier en daar wat rot… We klimmen en klimmen, en klimmen in de hete hete zon. M’n shirt was lichtblauw, maar is nu toch echt heel donkerblauw geworden, wat wel weer heel mooi staat bij dat rood op m’n gezicht… En we klimmen nog verder omhoog. Na een tijdje ben ik het zat, het is echt veeeel te heet en ik wil nog heel graag de canopy walk doen, voor we straks om 12 uur met ons bootje worden opgehaald bij de jetty… We gaan dus zonder de top te hebben bereikt, die achteraf toch niet zo bijzonder blijkt te zijn, weer terug naar de plek waar de canopy walk start. De weg terug is altijd prettig en dus kunnen we een beetje bijkomen van de klim en koelen we af en toe een beetje af in de schaduw, terwijl we prachtige vlinders om ons heen bekijken. Bij de canopywalk zitten 2 mannetjes bij de ingang voor de kaartjes, wat me een beetje doet denken aan een scoutingactiviteit tijdens koninginnedag en daarnaast staat een soort enorme boomhut waar we met de ladder omhoog klimmen. Er staat maar een kleine rij en al snel zijn wij aan de beurt. Over de wiebelige bruggen met af en toe wat rotte planken lopen we van boom naar boom op zo’n 50 meter hoogte. Leuk! De meest felgekleurde vlinders fladderen om ons heen en landen soms ook op ons om het lekkere zweet van onze vingers af te likken. Zij liever dan ik :P Na zo’n 20 minuutjes komen we alweer aan het eind van de canopywalk en lopen we rustig naar het water, waar we even uitrusten op een veel te hoge bank, omdat ze hier niet snappen dat ze de bankjes in moeten graven en dus moeten we uitkijken dat hij niet omvalt als we erop gaan zitten… Over het water komt een lange, smalle boot naar ons toe gevaren en jahoor hij komt voor ons. We stappen van de betonnen trap in het bootje en hebben een privé tourtje Rapid Shooting over het water. De koele wind blaast in m’n gezicht, m’n benen heb ik bedekt met een reddingsvest tegen de felle zon, en af en toe spettert het bruine water over de boot. Heerlijk! Dit is echt genieten. We gaan van stroomversnelling naar stroomversnelling, worden lekker nat en zien onderweg een rimboevolk waarbij een paar kinderen zich badderen in het water, 2 mannen met visnetten en een emmer vol met vissen en een enorme hagedis die het water oversteekt. Met de grote, hoge bomen langs het bruine water, keren we om en gaan we met de stroming mee, wat nog veel sneller gaat en worden we uiteindelijk bij de uitgang van het park weer afgezet. We lopen langs de floating restaurants, waar we worden omringd door de meest kleurrijke vlinders. Wel grappig hoor… dat we van alle wilde dieren die hier leven, zoals olifanten, tijgers, apen, slangen, vogelspinnen, neushoorns, zwijnen en beren, de meest bijzondere hier in enorme groepen hebben gezien: de vlinder… Gelukkig is de wilde vlinder niet de meest gevaarlijke en ach, misschien moeten we gewoon maar blij zijn dat er in plaats van die vlinder niet een tijger in ons nek is gesprongen… Bij 1 van de floating restaurants zoeken we een plekje uit en bestel ik een pittige Tom Yam soep en Danny gaat safe voor een hamburger. M’n fruitsapje is wel erg zoet voor een sapje zonder suiker en brengt Danny weer terug: ‘Hier zit suiker in’. ‘Neehoor, het is zonder suiker’ zeggen ze in de keuken. ‘Maar als je wilt, maken we wel een nieuwe hoor…’ haha, nou graag. Wel fijn dat het fruitsapje daarna echt helemaal niet zoet is… En m’n Tom Yam soep, die vervolgens komt, met zoveel soep die ook genoeg was geweest voor 4 personen, is niet een beetje pittig, maar veeeel te pittig. Gelukkig zitten er in m’n fruitsapje wat ijsblokjes die de soep wat lekkerder maakt, maar waardoor ik dan wel een soep heb voor 6 personen, ik had dus best m’n hele familie uit kunnen nodigen voor m’n verjaardag… Iedereen was ook welkom hoor, maar het was nog net een beetje te ver. Volgend jaar weer. We nemen een lokale bus terug naar het hotel, waar ik word verrast met een heerlijke papaya van Mr. Marian voor m’n verjaardag. Fantastisch! Met een flesje wijn en bier op de kamer rusten we lekker uit van de bijzondere dag.

De volgende ochtend haalt Danny een heerlijk ontbijt bij de Indiër, wat bestaat uit de lekkere Dhosa, een soort pannenkoek, met verschillende sausjes op een grote zilveren schaal. Take away kennen ze niet echt, maar gelukkig zijn ze hier heel goed van vertrouwen en mogen we straks de schaal gewoon terug komen brengen. Het ontbijt is heerlijk en na een bedankje aan Mr Marian die ons naar het busstation brengt maken we ons rondje Maleisië af en rijden we in zo’n 4 uur terug naar Kuala Lumpur. Terug naar ons favoriete hotel ‘Pacific Express’ met zwembad op het dak, waar we nog even goed gebruik van maken. Op onze laatste dag doen we toch nog een keer een Escape Room, omdat het 7 dagen voor of na je verjaardag gratis is en dus betalen we dan maar €7,50 voor 2 personen, daar kan je het toch niet voor laten, en wordt onze foto na afloop op de weekly challenge lijst op nummer 1 gehangen. Leuk leuk!

We hebben van alles beleefd in het warme Maleisië en maken ons klaar voor een vlucht naar Taiwan. 

5 Reacties

  1. Loes en Theo Jansen:
    6 juli 2016
    Als ik dit verhaal van jullie lees ,zijn jullie al in Nederland hoorde ik van je moeder, zal wel weer even wennen zijn.Ik heb van jullie verhalen genoten.gr Loes.
  2. Foktje:
    7 juli 2016
    Wat een prachtige ervaring
  3. Peter:
    7 juli 2016
    Dit was weer een hele andere wereld waar jullie in terechtkwamen. Leuk.
  4. Mariella:
    7 juli 2016
    Leuk verhaal weer Linda.
  5. Olga Jansen:
    7 juli 2016
    Het was weer een prachtig verhaal en voor ons met veel herkenbare dingen,dat heb je als er zelf bent geweest,al is het wel lang geleden.
    Het volgende verhaal speelt zich af in Taiwan en ook daar zijn we geweest ben benieuwd.Jullje zijn inmiddels weer terug in Nederland?
    Maar voor hoelang??