luxe en dansen in Ubud, brutale apen en een prachtige vulkaan op Bali

5 mei 2016 - Ubud, Indonesië

De warme, klamme temperatuur komt ons direct tegemoet, zodra we het vliegtuig uitstappen. Het lijkt een beetje op het weer in Australië, maar dan nog plakkeriger en warmer. Kan dat? Ja dat kan zeker. Bali... Een nieuw eiland in een nieuw land. Daar zijn we dan. Het is donker en vrij laat. We zouden rond 10 uur aankomen, maar helaas hadden we wat vertraging, wat eigenlijk zeer vaak voorkomt bij deze vlucht. Eigenlijk staat er overal op internet dat de vlucht standaard 1,5 uur later vertrekt en zo ook vanavond. De rij bij de douane is lang en ook lijkt het uren te duren voor de bagage eens komt. Hopen maar dat meneer "taxichauffeur" van het hotel er nog is om ons op te halen. En jahoor, tussen de enorme hoeveelheid bordjes die de taxichauffeurs bij de uitgang vasthouden zie ik een bordje met 'Linda Castien'. De man achter het bordje is niet te zien, omdat hij half ligt te slapen op de rand van het hek. Haha... ik raak even z'n arm aan om te laten weten dat we er zijn en hij is geloof ik erg blij om ons te zien. Made, is z'n naam, en ja, hij had al 2 uur staan wachten op ons... Oepsie.. We stappen de auto in en rijden in het donker over de kleine Balinese straatjes. De weg is af en toe zo smal, dat het lijkt of we op fietspaden rijden, maar nee, dit zijn toch echt de gewone wegen, waar als het moet ook gewoon 2 auto's langs elkaar kunnen... Op de drukkere wegen, die een stuk breder zijn, rijden auto's en brommers kriskras door elkaar. Ze rijden hier meestal links en de werking van stoplichten en zebrapaden zijn hier niet bekend... Rood, is toch alleen maar stoppen als je niet tussen de auto's door kunt rijden? En voetgangers kunnen toch gewoon wachten tot al het verkeer voorbij is? Heel wat anders dan Nieuw Zeeland, waar ze zelfs wachten met doorrijden tot je het zebrapad helemaal over bent.. Dat wordt dus weer even wennen. Made toetert voor elke bocht op de smalle straat voor het hotel, zodat tegenliggend verkeer weet dat we eraan komen en zo komen we na een uur aan bij het hotel 'Karma Mayura' in Ubud, waar Lindy en Terry ons voor een week een kamer gegeven hebben. Het is al na 1en als we aankomen, maar er zijn nog steeds een hoop mensen aan het werk. We worden ingecheckt, onze tassen worden meegenomen en we worden naar onze kamer gebracht. Wauw!!! Wat een service en wat een luxe. De kamer is enorm en prachtig mooi. We hebben een mooie badkamer met een groot raam naar de slaapkamer. Ik ben blij dat we even naar elkaar kunnen zwaaien als we onder de douche staan... :) Er is een mooi balkon, met uitzicht op de rijstvelden, we hebben een grote tv en een minibar. Heerlijk. Hier kunnen we echt even relaxen en lekker slapen op een heerlijk bed. Weer even bijkomen na de roadtrip met de camper.

We worden in Karma Mayura goed verwend. Elke ochtend kunnen we kiezen uit 1 van de velen ontbijtjes die bij het pakket inbegrepen zitten. Natuurlijk proberen we alles even uit, en zo ook het Indonesische ontbijt met rijst. ;) De verse sapjes zijn heerlijk en de Balinese koffie is m'n favoriet. Wel goed om te weten dat je het laatste beetje niet moet opdrinken, want dat bestaat uit een dikke laag koffiedik. Is niet echt aan te raden kan ik je vertellen. De Karmagroep, die in dit hotel actief is, is een groot bedrijf die mensen een hoop geld laten betalen, om dan een week per jaar gratis in een hotel als deze te kunnen zitten. Daarna betaal je voor elke week maar 200 dollar, wat absoluut niet veel is, maar met alles wat je al hebt betaalt, redelijk eerlijk is. Natuurlijk willen ze ook even met ons babbelen, maar naast dat het veeeeel te duur is, zitten we hier ook echt niet op te wachten. We hebben deze week kado gekregen en dat is voldoende. Laat ons nou maar gewoon genieten.. Verkoopmensen als ze zijn, proberen ze ons toch om te praten, maar ze hebben uiteindelijk ook wel door dat wij niet de juiste doelgroep zijn. Het hotel heeft naast mooie kamers en een heerlijk ontbijt ook een mooi zwembad, waar we in deze warmte heel erg blij mee zijn. Onze kamer zit naast de rijstvelden en als we 's middags op het balkon zitten, horen we grappige kreten en geluiden van het veld afkomen. Een oud, iel, vrouwtje slaat met een ijzeren staaf op een blikken trommel en maakt harde hoge kreten om de vogels weg te jagen, terwijl ze door het rijstveld loopt. Op de plekken waar ze net is geweest, komen de vogels net zo snel weer terug, maar misschien dat het heel eventjes helpt. Ze loopt langs ons balkon met een zak aan een lange stok en zegt ons vriendelijk gedag. De magere vrouw ziet er arm uit, in haar voddenkleding, op blote voeten en met nog maar een paar tanden in haar mond. En dan te bedenken dat zij dus de buurvrouw is, van een luxe hotel waar mensen uit Australië een paar 1000 dollar per jaar betalen om een weekje in het hotel te zitten... Wat is de wereld soms toch oneerlijk verdeeld.

Er zijn 2 manieren om bij ons hotel te komen. De ene manier is over de weg waar ook de auto's rijden, langs de rijstvelden, die je via een mooie route naar de hoofdstraat brengt. En de tweede manier is door de kleine zijstraatjes waar de locals wonen, met de kleine kraampjes en veel loslopende honden en kippen. Deze laatste weg is voor ons het echte Bali. De lokale mensen rijden bijna allemaal op scooters en dus moeten we af en toe uitkijken dat we niet voor onze sokken gereden worden. Gelukkig is het veel te warm om sokken te dragen en dus hebben we mazzel ;) Lopen is eigenlijk ook niet erg aan te raden, vanwege de enorme gaten in de wegen, maar wij zijn toeristen en dus lopen we. Via de smalle straatjes lopen we een doolhof route naar de hoofdweg, waar we tempels en een half overdekte badmintonhal tegenkomen, waar ze druk aan het badmintonnen zijn. Leuk pap! De bewoners groeten ons bijna allemaal met Hallo, want hallo in Indonesië is ook gewoon hallo en dat is toch best handig. We knikken vriendelijk of groeten ze. Naast hallo leren we ook al vrij snel: Terimah Kasih, wat dankjewel betekent en wat we dan ook vrij vaak gebruiken. We hebben al gelijk gemerkt dat de Indonesiërs je erg graag willen helpen, als ze daar dan wat mee kunnen verdienen. Zo worden overal op straat taxi's aangeboden, want iedereen hier is een chauffeur en wil iedereen dat je in zijn of haar kraampje wat komt kopen. 'No thank you' is dus hetgeen wat je hier de hele dag zo'n beetje zegt, want we willen geen taxi, we willen lopen. De bewoners in de kleine straatjes, bieden ons zelfs taxi's aan, ook al rijden daar helemaal geen auto's. Ze kunnen er vervolgens zelf gelukkig erg hard om lachen. Eenmaal op de hoofdstraat, lopen we over de stoep naar het eind van de straat. Nouja... op de stoep en op de weg en er weer op en er weer naast. De gaten in de stoepen zijn enorm, dus je ogen moet je continu op de straat houden, anders val je erin. En als er geen gat in de stoep zit, dan staat er wel een auto of een kraampje. Je loopt hier dus eigenlijk continu op de weg, wat niet al te veilig is, want een rijbewijs krijg je hier geloof ik gratis bij de nasi goreng. Mensen dragen geen gordels, want ongelukken gebeuren hier niet, vertelt een taxichauffeur ons. Mensen helpen elkaar in het verkeer. En dat betekent dat op een 2 baansweg toch makkelijk 3 auto's en 5 scooters naast elkaar kunnen rijden in welke richting dan ook. Oja en als er dan al een zebrapad is, dan kunnen de mensen toch gewoon oversteken tussen de auto's door, ook al heb je groen licht als voetganger... Echt veilig is het dus niet. Gelukkig leren we snel en leren we tot halverwege de weg over te steken, om daar dan weer even stil te staan en te wachten op het verkeer van de andere kant, anders kan je hier uren wachten.

De eerste keer pinnen op Bali was ook grappig. De valuta hier is Rupiah en bij de pinautomaat pin ik even 1 miljoen. Dat lijkt heel veel, helemaal omdat het dan ook nog eens komt in briefjes van 50.000, maar eigenlijk kan je de 3 nullen aan het eind beter wegdenken. Het kleinste bedrag is een muntje van 100 wat gelijk staat aan 0,66 cent en het kleinste briefje is 1000 wat maarliefst 6,6 eurocent waard is. Best bizar die bedragen. We hadden verwacht dat alles hier dan ook heel goedkoop zou zijn, maar dat is Indonesië niet helemaal. Misschien dat je nog net iets minder betaalt dan in NL, maar vergeleken met wat de mensen hier verdienen, is het eigenlijk best heel duur. We hebben wel een fantastisch leuk lokaal bbq tentje gevonden, waar ze erg lekker eten hebben voor een goede prijs. Met het eten moeten we goed uitkijken. We weten nog van Thailand, dat we er goed ziek van kunnen worden. Tentjes waar niemand zit, proberen we te ontwijken en altijd maar hopen dat het eten niet gewassen is met vies water en dat het hygiënisch is. Toch blijft het moeilijk en wil je ook af en toe iets anders proberen. We komen er dus niet helemaal onderuit en worden toch een beetje ziek van het eten.

Het hotel heeft een gratis shuttleservice naar het centrum van Ubud. Ubud is een favoriete stad onder de toeristen en is dan ook vrij druk. Wij zitten er in het hotel op zo'n 30 minuten rijden vandaan en is dus net iets te ver om te lopen, helemaal in de hitte. We laten ons 2 keer afzetten in het centrum, waar we naar monkey Forest gaan en de drukbezochte markt bezoeken. Monkey Forest is eigenlijk een soort Apenheul. De apen worden hier gevoerd en daarom blijven ze hier. We betalen wat entree geld en lopen het drukke park in. De kleine makaken komen ons direct tegemoet en zijn zo te zien op zoek naar eten. Tussen de tempels door zien we grote apen, kleine apen, baby apen, ondeugende apen en Chris... Huh Chris? 'Hee, jullie hier?' 'Wow, dat is toevallig'. Chris heb ik in Nieuw Zeeland nog ingecheckt in Hone Heke Lodge tijdens de vakantie van Dave en Victoria. Ik heb hem aan een baan geholpen en nu lopen we hem hier gewoon zo tegen het lijf... De reizigerswereld is inderdaad, zoals m'n vader al zei, erg klein. ;) Grappig zeg. We kletsen wat bij en gaan dan weer onze eigen weg. We lopen verder door het park en 1 van de ondeugende apen klimt op m'n tasje... Mmm hij is duidelijk op zoek naar iets. Danny dacht dat hij alle ritsjes van z'n tas op slot heeft, maar deze aap is erg slim, klimt bovenop Danny's tas en maakt het kleine ritsje open van het enige vakje dat niet op slot is... 'Haal hem eraf!' roept Danny. Maar ik kijk wel uit met die scherpe klauwen die uithalen. Pech dan maar. De brutale aap jat een pleister (voor de wonden), zo'n geel oordopje (voor het gekrijs van al z'n broers en zussen) en een rubberen bierdopje (heeft denk ik geen uitleg nodig). Je kunt het als aap maar nodig hebben... :p haha. We doen de ritsjes nu allemaal op slot en lopen verder door het Balinese Apenheul. Het is leuk, maar nog leuker is het natuurlijk om de apen in het wild te zien en dus gaan we het park weer uit. Op naar de markt. We lopen een hoop winkeltjes en eettentjes voorbij, waar alle eigenaren buiten staan om je naar binnen te krijgen. 'Yes, miss, hello mister, have a look, please, have a look, nice shirt for you, you look hungry, you want a beer, happy hour, come sir, come miss'.... en ga zo nog maar even door. En dan naast al deze shops en restaurants staat er elke 5 meter wel een taxichauffeur met een bordje omhoog en roept 'Taxi?' No thank you, no thank you, no thank you... Het zou handig zijn om een shirt te kopen met 'no thank you' erop, want je wilt wel vriendelijk zijn, maar soms wordt het gewoon een beetje irritant. En dan de markt, wat nog veel erger is. Overal waar je langer dan 1 seconde stilstaat of naar een kraampje kijkt, wordt je toegesproken en willen ze eigenlijk dat je pas weggaat als je wat hebt gekocht... We zijn dus eigenlijk al snel klaar met de markt, al hebben ze er veel spullen voor weinig geld, we hebben toch niet erg veel ruimte voor souvenirs.

Ubud is gezellig. Het is er erg druk, maar het heeft een leuk centrum met veel toeristenwinkeltjes en aardig wat restaurantjes. Wij zitten in een rustiger gedeelte, maar dat heeft ook wel wat, omdat we daar wat meer tussen de locals zitten. De 2e keer in Ubud dineren we ook in het stadje en hebben we met uitzicht op de rijstvelden een heerlijke maaltijd met kokosmelk in een enorme kokosnoot ;). In het donker willen we terug, maar het verkeer staat vast en dus besluiten we een deel te lopen. Zonder kaart en zonder gps, is het best nog even een zoektocht, maar zelfs nog met tussendoor wat winkeltjes te bezoeken, zijn we sneller dan de taxi's op de weg. Halverwege wordt de weg pikkedonker en zijn we ook de drukke straten uit. Vanaf hier kunnen we wel een taxi nemen en we laten ons in ongeveer 15 minuten terugbrengen naar het hotel.

Het is nog maar 9 uur 's avonds, maar we gaan al naar bed. Niet veel later schrik ik wakker en zit rechtop in m'n bed. Ook Danny is zich kapot geschrokken. De telefoon gaat en Danny neemt op. Het is onze wake-up call om 0.30 u midden in de nacht... Tsjonge wie heeft dit bedacht... Oja, ik heb er zelf om gevraagd... 'Wilt u een wake up call een uur voor vertrek?' 'Ja dat is wel handig' heb ik gezegd. Maar dat dat nou zo idioot luid moest... haha. Goed, we zijn in ieder geval goed wakker, alleen nog niet echt uitgeslapen. Even douchen, aankleden en ontbijten. Best raar om 1 uur te ontbijten, maar wel heel lief dat ze ons ontbijt gisteravond als een pakketje naar onze kamer hebben gebracht. Broodjes, die wel zelf kunnen toasten, met boter en jam én een verse jus. Heerlijk hoor. Om 2 uur zitten we beneden bij de receptie klaar om opgehaald te worden. 1 van de nachtwakers houdt wel even in de gaten of er een tourbus aankomt, terwijl de ander achter de desk alle bomen in de jungle aan het omzagen is. Om 2 uur komt er een jeep aanrijden die ons inderdaad op komt halen voor de sunrise tour. We zijn de eersten, maar al snel zit de auto helemaal vol en moeten we switchen naar een andere bus, die nog voller zit, waar we de laatste 2 plekjes hebben achterin de bus. Met 11 man in een volle bus, rijden we over de donkere, smalle straatjes naar de bergen. Het is misschien maar goed dat we achterin zitten, want dat verkeer hier is soms zo onvoorspelbaar. Rond half 4 parkeert de chauffeur de bus naast een koffietentje, waar we heerlijke Balinese koffie drinken en een erg lekker gebakken banaantje krijgen. Het is koud buiten... brrr, je kunt echt merken dat we in de bergen zitten. We zitten aan een lange tafel, waarbij de helft van de groep verhalen uitwisselt, terwijl de andere helft probeert wat te slapen om nog wat energie te krijgen voor de wandeling die we zo gaan maken. Na een half uur, rijden we verder richting Batur, waar we uiteindelijk stoppen op een enorme parkeerplaats met nóg zo'n 100 andere tourbussen en auto's. We zijn duidelijk niet de enige groep die deze tour doen... Bij de toiletten is het al net zo druk, maar dit zal de laatste zijn die we tegenkomen, dus toch maar even in de rij. We krijgen 2 gidsen aangewezen, Nick en Che, die ons een zaklamp en een lunchpakketje geven (en dat om half 5 's nachts.

De wandeling kan beginnen! Wij gaan vandaag Mount Batur beklimmen en de sunrise vanaf de vulkaan bekijken. Ik heb er zin in en ben er helemaal klaar voor. We beginnen de wandeling en lopen een stukje met Che mee, die ons van alles vertelt over het land en de vulkaan. Even voelt het alsof ik een dropping aan het lopen ben met kamp, met de wandelschoenen aan, door het donkere bos met proviant in de rugzak... ;) Leuk. Het is al snel niet koud meer, want we gaan de steile berg met een aardig tempo omhoog. Het pad bestaat uit veel losse steentjes, maar omdat het donker is, zie je dit eigenlijk niet en gaat het vrij gemakkelijk. Het is druk op de berg, maar onze groep is vrij vlot en dus halen we een paar keer wat groepen in. Ik zweet me inmiddels kapot en ook Danny heeft z´n shirt goed natgemaakt, wat een klim... Goeie training dit. We klimmen in zo´n 1,5 uur tijd 1000 meter de berg op. En eenmaal bovenop de berg (op 1717 m hoogte), ben ik kapot en helemaal zeiknat van het zweet. Onderweg begon de lucht al langzaam kleur te krijgen en nu helemaal bovenop zijn we precies op tijd om de prachtige zonsopkomst te bekijken. Nu we weer stilstaan, wordt het ook weer ontzettend koud en ik zie m´n vingers blauw verkleuren. Ik zit echt te rillen van de kou nu en Danny slaat z´n arm om me heen om mij en zichtzelf een beetje warm te maken. Gelukkig is het uitzicht prachtig. We kijken uit op een enorm dal met het grote kratermeer: Lake Batur. De wolken hangen laag in het dal, achter de vulkaan zien we de zee en in de verte de vulkaan van Lombok. Wauw! De klim was pittig en de kou is niet heel fijn, maar deze sunrise maakt het allemaal weer goed en gelukkig maakt de zon ons ook weer wat warmer. Om 6 uur is de zon helemaal op en is het tijd voor ons lunchpakketje. Een gekookt ei met een soort zoet hamburgerbroodje en een banaantje. Jammie.

Het is tijd om weer terug te gaan en nu zien we pas de weg die we omhoog zijn gekomen. Dat zijn aardig wat losse stenen... We gaan niet meteen helemaal naar beneden, maar worden door Nick en Che nog even meegenomen de vulkaan in. De stoom die uit deze actieve vulkaan komt is echt superheet. Bij sommige tourtjes worden de eieren ook ter plekke op de stoom van de vulkaan gekookt, maar dat hebben ze bij ons al van te voren gedaan. Ook de apen zijn net wakker geworden en doen massaal aan 'toeristjes kijken'... Gezellig hoor! We lopen door de vulkaan en komen op een paar prachtige plekken, waar we ook nog een enorm oppervlak aan lava zien, wat daar na de uitbarsting uit het jaar 1968 is achtergebleven. De laatste uitbarsting was in 2000 en nu maar hopen dat het voorlopig nog even duurt voor de volgende uitbarsting komt. We gaan de mooie wandeling, waar nu wat meer van te zien is dan op de heenweg, in 2 groepen naar beneden. Wij lopen met Nick, die soms als een soort berggeit langs ons stormt om weer vooraan te lopen en ook stukjes naar beneden glijdt, alsof hij aan het snowboarden is... Haha. Hij maakt grapjes in half Indonesisch, half Engels en heeft een supersnel reactievermogen, zodra er ook maar iemand uitglijdt over de gladde rotsen. Rond 10 uur zijn we weer terug bij de parkeerplaats, bedanken we onze gidsen en staat de chauffeur alweer klaar om ons mee te nemen. Voor we helemaal terug gaan worden we nog even getrakteerd op een koffie en theeproeverij bij een koffieplantage, die vooral bekend staat om de Kopi Luwak koffie. De Kopi Luwak is de koffie die gemaakt wordt van de bonen die eerst door de Luwak (een chevet) zijn opgegeten en uitgepoept. En ja hij is nog lekker ook. Alle koffies en theetjes zijn eigenlijk heerlijk en dat ook nog eens helemaal gratis. Iedereen zit erbij alsof we een zware dag hebben gehad en er wordt niet veel meer gepraat. Het is tijd om terug te gaan en lekker uit te rusten. En dat doen we dan ook in het hotel met een heerlijke massage, die er bij deze tour bij inbegrepen zat. Een Balinese massage van een uur... Danny en ik liggen naast elkaar op de massagebank in een papieren onderbroekje met een laken over ons heen en krijgen een fantastische ontspanningsmassage, waarbij we allebei maar moeilijk onze ogen open kunnen houden. Een fijne afsluiting van een vermoeiende, maar mooie tour!

En om de dag nog mooier af te sluiten, hebben we vanavond ook nog een diner in het hotel met traditionele Balinese dans. De band is al aan het spelen als we aan onze tafel gaan zitten. De mannen zitten in klederdracht op de grond met hun xylofoons, trommels en fluiten. Ik herken 1 van de mannen, die ook in het hotel werkt. Ik geloof dat hij Made heet, zoals de meeste mensen die ons tot nu toe hebben geholpen. In Indonesië krijgt de eerste zoon de naam: Wayan de tweede Made en zo zijn er in totaal maar 5 namen. Dat we nu al een paar keer de naam Made hebben gehoord, kon dus heel goed kloppen. Made zwaait naar ons en lacht vriendelijk, voor hij weer verder gaat met spelen. Het oude mannetje helemaal links, lijkt wel in een soort trans te zijn, maar af en toe gaat z'n hand omhoog en slaat hij met z'n stokje op 1 van de 2 plankjes voor hem. Geweldig dit. We beginnen het diner met een heerlijk voorafje. Een op een bananenblad geserveerde salade van groentes, rijst en ei met kip en spekjes erboven op. Heerlijk! Tijdens dit gerecht komen er 2 prachtig geklede vrouwen het podium op en beginnen op de muziek traditioneel Balinees te dansen. Bijzonder om te zien hoe de minimale bewegingen, waarbij ze niet erg veel doen, een hele mooie dans tot stand brengen. Een ander meisje neemt het over en staat op een speciale manier, waarbij ze danst met haar handen, hoofd en haar ogen. Erg bijzonder! Tijdens het hoofdgerecht van eend en rijst, wordt Danny opeens gevraagd om mee te dansen. Het moment is misschien niet al te handig gekozen, tijdens het eten, maar leuk is het wel. Er wordt Danny een sarong omgebonden en hij krijgt een waaier. Dansen maar Danny! :) En ja, hij doet het geweldig! Na Danny ben ik ook aan de beurt en dans ik samen met de Balinese meid een soort van Balinese dans, althans ik probeer het. Ze moet af en toe wel een beetje lachen, maar dat zouden wij waarschijnlijk ook doen als we ze in Nederland de vogeltjesdans zouden leren. De danseresjes worden tijdens de show nog aangevallen door een gemaskerde mascotte die ook even langs komt bij onze tafel en naast mij en naast Danny gaat staan voor een foto ;) en tijdens het dessert van een lekker gebakken banaantje is de show ten einde. We hebben erg lekker gegeten en er mooie show bij gekregen, waarbij we zelfs nog een beetje Balinees hebben leren dansen. ;) Na het eten storten we eigenlijk een beetje in, wat niet heel raar is na zo'n korte nacht en intensieve dag en kruipen lekker ons bedje in.

We hebben een heerlijke week gehad in Karma Mayura en na onze laatste massage op zondagavond, die bij ons welkomstpakket zat, checken we op maandag 2 mei weer uit. We gaan naar Sanur, wat op zo'n uurtje rijden van Ubud vandaan zit en worden daar door onze eigen 'hotel taxichauffeur' naartoe gebracht. We bedanken onze chauffeur en komen aan in een superleuk studiocomplex, wat misschien niet zo luxe is als Mayura, maar wel net zo sfeervol met een mooi zwembad. We krijgen een mooie kamer, met keuken en een tuin. Helemaal goed! Sanur ligt aan het strand en dus lopen we een paar keer naar het strand om met onze voeten in de zee te lopen en te genieten van een mooie zonsondergang. Bali is niet het aller schoonste eiland. Overal waar je kijkt, liggen enorme hopen met afval en iedereen gooit het ook gewoon op de grond. Het ergste zijn de rivieren, waarbij het water niet meer te zien is, vanwege de grote hopen met troep. En zo zien we helaas ook een hoop afval in de zee en laten we het zwemmen even zitten. In Sanur komen ook een hoop toeristen uit Java en blijkbaar zijn blanke toeristen voor hen heeeeel bijzonder. Tijdens het kijken naar de zonsondergang, worden we dan ook meerdere keren gevraagd om met de Javanen op de foto te gaan. Ach, waarom ook niet, als we ze daar blij mee maken... Op de terugweg naar onze studio komen we langs verschillende eterijen. Zo halen we 1 keer sateetjes bij een kraampje langs de weg, omdat de politieagenten die ons net hebben helpen oversteken daar ook een sateetje halen en gaan we verschillende keren naar de warung om de hoek, waar ze heerlijke nasi goreng en foo yong hi hebben. We zwemmen dan niet in zee, maar wel in het lekkere zwembad bij onze studio en huren op onze laatste dag op Bali een auto met een eigen chauffeur voor de hele dag, die jawel jawel, natuurlijk Made heet...

Om 9 uur staan we bij het hotel te wachten, maar Made durft niet met z'n auto door de smalle straatjes en komt achterop een brommertje aan bij ons hotel. We kwamen Made eergisteren op straat tegen en hij kreeg het voor elkaar z'n verhaal bij ons te doen, zonder dat we direct 'no thank you' zeiden. Hij kon ons wel een dagje meenemen in z'n taxi en ons naar het vliegveld brengen voor 600.000 Rupiah, wat omgerekend zo'n 40 euro is... We hebben er even een nachtje over geslapen, nog wat andere taxichauffeurs aangehoord en hem toen toch maar opgebeld dat we dat wel willen doen. Made stapt weer achterop de brommer en wij lopen de smalle straatjes door naar de grote weg, waar Made met z'n taxi klaarstaat. We rijden een mooie route, waarbij we even stoppen bij de versierde dorpen, vanwege dorpsfeesten die hier gehouden worden. De versiering is gemaakt van gedroogde bladeren. Er zitten dagen tijd in de mooie torens van papier die als een soort pilaren bij elk huis staan en aan de bovenkant naar beneden hangen. De mensen met meer geld hebben grotere torens, maar zelfs de mensen met weinig geld hebben een simpele maar mooie papieren toren. Het ziet er feestelijk uit en dat er veel werk in zit dat is duidelijk te zien. We stoppen als eerste bij 'The Silvercity'. Heel leuk om hier natuurlijk wat te kopen en waarschijnlijk zal ook Made hier nog een deel van krijgen, maar we zijn toch nog steeds Nederlanders en dus mogen we 'kijken, niet kopen'.

Made neemt ons vervolgens mee naar rijstterrassen. Dit zijn niet de drukbezochte rijstterrassen waar het vol zit met toeristen, maar hij zet ons af bij een plek waar geen toerist te zien is en wat voor ons veel meer waarde heeft. We lopen de prachtige rijstvelden in, waar de rijst in verschillende fases te zien is. Sommige velden zijn leeg en net geoogst, of zwart vanwege de bemesting, andere zijn begroeit met hoge sprieten of geordend met kleine sprietjes en nog weer andere zitten vol met eenden die alle restjes uit het rijstveld eten, zodat er weer nieuwe rijst geplant kan worden. Het is warm en we voelen ons net een wandelende douche. Alsof die douchestang gewoon vastzit aan onze ruggengraat en het water langzaam via ons hoofd over ons heen laat stromen... pfff. Maar gelukkig is het erg mooi en genieten we van elk moment. Een witte reiger vliegt over ons heen, een enorme slak zit aan de waterkant en een boer probeert z'n 2 kalfjes, die hard tegenstribbelen, door de rijstvelden te krijgen. Verderop zijn mensen op het rijstveld aan het werk. 1 van de mannen vertelt ons wat ze precies aan het doen zijn en dat is best wel interessant. We zien verschillende handelingen en deze mensen werken echt keihard in de hete zon. Dit is het echte Indonesië! Halverwege weten we even niet zo goed of we nu terug moeten lopen, of het rondje af moeten maken. Het is leuk om te zien en gezellig, dus lopen we maar door. Aan het eind van het pad staat een volgeladen auto met eenden, die net op dit moment ook losgelaten worden... Ze stormen onze kant op en dus blijven we maar even wachten. De man roept iets in het Indonesisch, maar daar snappen we natuurlijk niks van. Uiteindelijk roept hij weer iets en wijst naar de weg. Hij houdt de eenden wel even tegen, terwijl wij erlangs gaan, we staan namelijk op het pad van de eenden. We lopen langs de auto naar de weg en gaan op zoek naar Made... Geen Made te zien.. mmm. Dan maar over de weg naar waar hij ons ongeveer heeft afgezet. Na zo'n 10 minuten over de weg zien we Made, die rustig in de schaduw de krant aan het lezen is en geen idee heeft dat we van de andere kant vandaan komen. 'O, hallo, jullie zijn helemaal rond gegaan?' haha, volgens mij was dat dus toch niet helemaal de bedoeling...

Bezweet en wel stappen we weer in de lekkere koele auto en rijden we door naar de Holy Spring temple. Ook dit keer heeft Made niet de drukste toeristentempel uitgezocht, maar komen we bij een holy spring tempel, die vooral bekend is bij de locals. We krijgen allebei een blauwe sarong om met een zwart koord en moeten deze dragen als we in de tempel rondlopen. Als we gaan zwemmen in de holy spring, dan mag hij af. We lopen de trappen af naar een prachtige plek waar verschillende bronnen samenkomen. Enorme vissen zwemmen in het water en kleine stroompjes water komen uit de met klimop en mos begroeide muren. Dit water is heilig en hier mag je niet zwemmen. Alleen helemaal beneden mag gezwommen worden. We lopen verder naar beneden en komen dan uit bij de holy spring waar we het water in mogen. Er is een mannenbad en een vrouwenbad. Gelukkig vertellen de lokale mensen ons welke welke is, want dat is niet in het Engels aangegeven. We hadden kleedhokjes verwacht, maar in plaats daarvan verkleden we ons een beetje ongemakkelijk op de kant, waarbij ons wordt verteld dat we er geen tas neer mogen zetten... Danny gaat het mannenbad in, waar nog 8 jongens in en om het water rondhangen, terwijl ik het vrouwenbad helemaal voor mezelf heb. Het water is ijskoud, maar heerlijk. Ik maak me nat onder de waterstraal en ben benieuwd of er hierna nu een wonder zal gebeuren, want in heilig water baden, dat doen we ook niet elke dag. Na ons heilige bad, lopen we nog even door de groene tempel voor we weer terugkomen bij Made, die nog even een mooie boom uitzoekt voor hij weer de auto instapt. We rijden nog geen 200 meter verder en stoppen bij een eettentje. Hier gaan we soto uitproberen. Made heeft ons dit aangeraden. Het lieve vrouwtje maakt een heerlijke soep met ei, vleesballen en groentes. Danny gooit er veel te veel sambal in, waardoor die van hem veel te pittig is, ik hou het bij de soep zoals hij is en die is heerlijk! Het is inmiddels 1 uur en we hebben nog een paar stops te gaan. Onderweg vraagt Made een aantal keer of we willen stoppen voor een wandeling. Bij een kleine tempel, die niet heel veel voorstelt laat hij ons eruit... volgens mij heeft hij zelf gewoon even zin in een pauze... haha. We zijn alweer snel terug en rijden door naar een mooie waterval. Via het drukke pad lopen we naar beneden, waar we door het water lopen en uitkomen bij een soort eiland van stenen. Het is er vol met toeristen die allemaal even een duik nemen in het koude water. Vanaf een bepaald punt is er ook een mooie regenboog te zien. De waterval maakt ons van een grote afstand al aardig nat en wij willen het water natuurlijk ook even in. De sterke stroming en grote stenen maken het niet heel makkelijk om het water in te komen, maar na een paar keer omgeduwd te zijn, lukt het ons toch om in het donkere niet al te schone water te zwemmen. Na een korte duik, kleden we ons weer snel aan, voor we via de treden weer terug lopen naar Made, die weer even een boom opzoekt voor we naar onze laatste stop gaan voor vandaag. We sluiten af met een lekker bakje kopi Luwak en Made brengt ons na een geslaagde dag weer veilig naar onze studio. We betalen een deel van het geld, zodat we zeker weten dat we morgen nog naar het vliegveld gebracht worden. En jahoor, de volgende ochtend staat een vriend van Made, Arsa, ons om half 10 op te wachten bij de ingang van de straat. De beste man speelt Nederlandse liedjes op z'n mondharmonica en zingt om ons nog even een mooie herinnering aan Bali te geven.

Op naar Java.

Foto’s

4 Reacties

  1. Peter:
    18 juni 2016
    Ja. Die apen zijn me een lekker stel. Jullie hebben wel een stuk van het echte Bali gezien. Heel fraai.
  2. Foktje:
    19 juni 2016
    Wat leuk apen in het wild maar ook de rondreis met privé chauffeur. Leuk verhaal Groetjes van ons
  3. Loes en Theo Jansen:
    19 juni 2016
    Wij gaan om apen te zien naar de dierentuin, jullie zien ze in het wild lijkt me een hele belevenis,het was weer een gezellig verhaal ik heb ze nog allemaal ,kan ik ze nog eens lezen.Nog veel plezier bij rest van jullie reis. Gr.lous
  4. Mariella:
    20 juni 2016
    Ik weet het nu zeker, je moet schrijfster worden. Leuke verhalen weer.
    Xxx tot snel